Columnist Albertjan Peters in zijn “Dwarskijken” over het kunstonderwijs in Twente in de Twentse Courant Tubantia van zaterdag 21 februari 2015:

Kunstonderwijs

Er is veel gedoe over het kunst­onderwijs in Twente. Dat kan niemand verrassen. Het conser­vatorium is destijds door Sax­ion Hogescholen afgestoten aan de kunstenhogeschool Ar­tez. De beeldende kunstenaars van de Aki hebben altijd in su­blieme isolatie gefunctioneerd. Inspirerend maar financieel noodlijdend. De Aki is daarom uiteindelijk uit nood eveneens opgegaan in Artez.

Artez is indertijd gebaseerd op de gedachte dat een autonome hogeschool voor de kunsten be­ter opleidt dan kunstopleidin­gen die zijn ondergebracht bin­nen brede universiteiten en ho­gescholen. Er zijn honderden goede voorbeelden die aanto­nen dat die gedachte een mis­vatting is. In regio’s buiten de grote wereldmetropolen heb­ben kunstopleidingen vaak een relatie met de plaatselijke uni­versiteit of maken daar deel van uit. In eigen land is een mooi voorbeeld dat het inder­tijd kwakkelende conservato­rium van Groningen onder lei­ding van Chris Fictoor, de vroe­gere directeur van het conser­vatorium Enschede, weer op­krabbelde als onderdeel van de Hanzehogeschool. Hetzelfde geldt voor de Academie Miner­va aldaar. Want je kunt je voor­stellen, dat zelfstandige kunst­opleidingen in Amsterdam mo­gelijk zijn. Maar zelfs in Rotter­dam, Den Haag en Utrecht zie je dat opleidingen het moeilijk hebben. Dat heeft alles te ma­ken met ons schrale cultuurkli­maat. We willen wel opleiden maar veel geld willen we er niet in investeren.

150221_TCTUB_DwarskijkenTerug naar Artez. Met vestigin­gen in Zwolle, Arnhem en En­schede voert Artez, als het om Enschede gaat, een beleid dat geheel losstaat van de regiona­le context. Zo kan het gebeu­ren dat de klassieke muziekop­leidingen uit Enschede worden weggetoverd, evenals de jazz­opleiding. Terecht zegt oud­topdocent Louis Gall dat in zijn tijd Enschede nog het belang­rijkste conservatorium van de drie was. Onder Artez-regie is dat inmiddels vakkundig uitge­kleed. Dat was voorspelbaar.

Misschien moet je wel zeggen dat de regionale context in het beleid juist leidend is geweest. Het initiatief voor de fusie lag destijds bij de bestuurder in Arnhem. Dat werd het bestuur­lijk zwaartepunt. Zwolle had niet veel. De beeldende kunst kwam over uit Kampen. Er was een klein conservatorium. Maar de bestuurlijke context van provinciehoofdstad onder­steunde wel de ambities om groter te groeien. Tezelfdertijd werd Enschede juist bestuur­lijk lange tijd verwaarloosd.

Veel logischer was het geweest om binnen Artez speerpunten lokaal te verankeren en Ensche­de de kleur van de klassieke muziek te geven. Immers daar zitten de professionele muziek­gezelschappen Nederlandse Reisopera en HET Symfonieor­kest. Daar zit ook een interna­tionaal gerenommeerd jazzcen­trum. Ooit van de swingende jazzstad Zwolle gehoord? In En­schede ligt bovendien de grote Duitse markt open.

In de situatie waarin we nu zijn verzeild zou het een zegen zijn wanneer de grote regiona­le hbo-instellingenWindes­heim Zwolle, HAN Arnhem/ Nijmegen en Saxion Enschede/ Deventer zich over het kunst­onderwijs zouden ontfermen. Niet inhoudelijk. Laat dat bij Artez. Maar stem aanbod af en besteed organisatie, gebouwen­beheer, personeelsbeleid en dergelijke uit aan mensen die dat goedkoper kunnen doen. Zoals in Groningen. Gebeurt dat niet dan blijft Artez de reus op lemen voeten die het altijd is geweest. Enschede wacht dan uiteindelijk, al kan het nog even duren, sanering.